Vragen en antwoorden

Vaccins hebben generaties Europeanen beschermd, miljoenen levens gered en langdurige ziekten en ziekenhuisopnamen voorkomen als gevolg van ziekten zoals polio, mazelen, rubella (rodehond), pertussis (kinkhoest) en COVID-19.
Toch is het normaal dat u vragen hebt over vaccins wanneer u de beslissing neemt om uzelf of uw dierbaren te vaccineren.
Hieronder staan enkele van de meest voorkomende vragen die mensen over vaccins kunnen hebben, met op feiten gebaseerde antwoorden.
Als vaccinatie heilzaam is, waarom kunnen sommige mensen zich dan niet laten vaccineren?
Alle vaccins die in Europa worden gebruikt, moeten aan strenge veiligheidsnormen voldoen, en er moet zijn aangetoond dat de voordelen ervan groter zijn dan de risico's.
Sommige mensen kunnen echter van hun arts het advies krijgen om zich vanwege hun persoonlijke medische situatie niet te laten vaccineren.
De reden hiervoor kan zijn dat zij problemen hebben met hun immuunsysteem als gevolg van een ziekte (zoals leukemie of multipel myeloom) of andere geneesmiddelen die zij gebruiken (zoals geneesmiddelen om hen voor te bereiden op een orgaantransplantatie of voor de behandeling van bepaalde vormen van kanker).
Wanneer mensen dergelijke problemen hebben met hun immuunsysteem, kan hun lichaam anders reageren op vaccinatie. Mensen moeten mogelijk ook bepaalde vaccins vermijden omdat zij allergisch zijn voor een of meer van de bestanddelen ervan. Zo kunnen in sommige typen vaccins sporen aanwezig zijn van andere stoffen die in het productieproces worden gebruikt, zoals ovalbumine (een eiwit dat in eieren voorkomt) of neomycine (een antibioticum).
Beslissingen over het al dan niet vaccineren om medische redenen moeten altijd worden genomen op basis van een advies van een arts.
Beschermt een natuurlijke infectie beter dan een vaccin?
Hoewel het oplopen van veel ziekten mensen, na herstel, een zekere mate van immuniteit biedt, geldt dit niet voor alle ziekten. Door ziek te worden lopen mensen ook een veel groter risico om complicaties van de ziekte te ontwikkelen en de ziekte op anderen over te dragen. Vaccinatie is de veiligste manier om duurzame bescherming tegen een ziekte te bieden.
Vaccinatie tegen een ziekte brengt veel minder risico met zich mee dan de ziekte zelf. Als u ziek wordt, loopt u bovendien het risico dat uw naasten en de gemeenschap besmet raken.
Ik ben gevaccineerd maar toch ziek geworden – werken vaccins wel echt?
Hoewel geen enkel medicijn of vaccin 100 % effectief is, biedt vaccinatie ons de allerbeste kans op bescherming tegen ziekten die door vaccinatie kunnen worden voorkomen.
Als het gaat om ziekten zoals de griep of COVID-19, zijn er veel verschillende stammen of mutaties die gelijktijdig kunnen circuleren. In dergelijke gevallen worden de vaccins gewoonlijk bijgewerkt zodat ze beschermen tegen de meest voorkomende vormen van de griep of COVID-19 in dat seizoen. Dit kan betekenen dat we nog steeds ziek kunnen worden als we worden blootgesteld aan een stam waartegen het vaccin mogelijk niet zo doeltreffend is.
Mensen die gevaccineerd zijn en nog steeds ziek worden, ondervinden over het algemeen mildere symptomen en hebben veel minder kans op ernstige ziekte of complicaties.
Kunnen mRNA-vaccins mijn DNA veranderen?
Geen enkel vaccin verandert menselijk DNA of heeft er interactie mee.
DNA wordt opgeslagen in de kern van onze cellen en is zeer goed beschermd. Sommige COVID-19-vaccins gebruiken mRNA (messenger-RNA) om uw lichaam te leren hoe het het virus dat COVID-19 veroorzaakt kan bestrijden, maar dit mRNA heeft op geen enkele manier interactie met uw DNA, aangezien mRNA niet in de kern terechtkomt.
In plaats daarvan blijft dit mRNA in het buitenste deel van de cellen en wordt het alleen gebruikt om een klein deel van het virus aan te maken, zodat uw lichaam kan leren zichzelf te beschermen. Zodra dit is gebeurd, wordt het mRNA heel snel afgebroken.
mRNA-vaccins worden al tientallen jaren onderzocht en er zijn geen aanwijzingen dat ze ons DNA veranderen.
Kunnen vaccins langetermijneffecten veroorzaken waar we nog niets van weten?
Vaccins worden in Europa al meer dan een eeuw gebruikt en er is gebleken dat ze aanzienlijk minder risico’s met zich meebrengen dan de ziekten waartegen zij beschermen.
Alle vaccins die in de EU/EER worden gebruikt, doorlopen een strenge goedkeuringsprocedure. Als ze eenmaal in gebruik zijn, houden artsen, regelgevende instanties en andere gezondheidsautoriteiten voortdurend de meldingen van vermoedelijke bijwerkingen van vaccins in de gaten, zoals dat voor alle medicijnen gebeurt. Dit veiligheidsbewakingsproces staat bekend als geneesmiddelenbewaking.
Sommige vaccins kunnen kort na de toediening milde bijwerkingen veroorzaken, zoals ongemak op de injectieplaats of hoofdpijn, maar er is geen bewijs dat de vaccins die vandaag de dag worden gebruikt, op de lange termijn schadelijke gevolgen kunnen hebben voor de gezondheid.
Meer gedetailleerde informatie over dit onderwerp is te vinden op onze pagina’s over de goedkeuring van vaccins in de EU en de veiligheid en bijwerkingen van vaccins.
Waarom vaccineren we tegen ziekten die mensen niet meer krijgen?
Sommige ziekten komen dankzij vaccinatie zeer zelden voor in Europa. Daarnaast is Europa weliswaar poliovrij, maar komt deze ziekte in sommige delen van de wereld nog steeds voor.
Als het aantal mensen dat in Europa tegen polio wordt gevaccineerd daalt, bestaat de kans dat deze ziekte zich vanuit deze gebieden weer verspreidt naar Europa en andere plaatsen waar de ziekte nu is uitgeroeid.
Vaccinatie is daarom van vitaal belang om ervoor te zorgen dat ziekten die zeer zeldzaam zijn of niet meer voorkomen in Europa, niet opnieuw de kop opsteken.
Bestaat er een verband tussen vaccins en autisme?
Vaccins veroorzaken geen autisme. Onderzoekers over de hele wereld hebben in honderden studies gezocht naar een verband, en er is geen bewijs van een verband gevonden.
De studie uit 1998 waarin werd gesteld dat er een verband tussen vaccins en autisme is, bevatte gefabriceerde gegevens en is op grote schaal door wetenschappers en artsen in diskrediet gebracht. Het wetenschappelijk tijdschrift waarin de studie werd gepubliceerd, heeft de publicatie ingetrokken. De hoofdauteur werd geschrapt uit het medisch register van het Verenigd Koninkrijk en mag niet langer de geneeskunde beoefenen.
Er zijn geen aanwijzingen voor een verband tussen vaccinatie en autisme, en honderden daaropvolgende studies bevestigen dit. Onderzoekers over de hele wereld hebben gezocht naar een verband en zijn er niet in geslaagd een verband te vinden.
Alle voor gebruik in Europa goedgekeurde vaccins hebben een langdurige goedkeuringsprocedure doorlopen om hun veiligheid aan te tonen en worden na goedkeuring voortdurend op bijwerkingen gecontroleerd.
Zitten er gevaarlijke chemische stoffen in vaccins?
Vaccins bevatten geen gevaarlijke chemische stoffen. Alle vaccins moeten voldoen aan strenge veiligheidsnormen voordat ze worden toegelaten voor gebruik in Europa.
Sommige vaccins bevatten stoffen die verontrustend klinken, zoals aluminiumzouten en resthoeveelheden formaldehyde. Deze stoffen worden altijd in kleine en veilige hoeveelheden toegevoegd en hun toevoeging is essentieel voor een goede werking van het vaccin.
Zo is de hoeveelheid formaldehyde in sommige vaccins lager dan de hoeveelheid die het menselijk lichaam van nature produceert om ervoor te zorgen dat ons lichaam kan functioneren.
In sommige vaccins worden sinds de jaren dertig van de vorige eeuw veilig aluminiumzouten gebruikt. Kleine hoeveelheden aluminiumzouten zijn ook te vinden in levensmiddelen en drinkwater. In sommige vaccins spelen ze een essentiële rol om het vaccin in staat te stellen iemand tegen een ziekte te beschermen.
De concentraties van alle bestanddelen van het vaccin worden zorgvuldig onder controle gehouden om ervoor te zorgen dat ze aanwezig zijn in concentraties die veilig zijn. Regelgevende instanties controleren of de voordelen van vaccins groter zijn dan het risico op mogelijke reacties op de bestanddelen ervan.
Vaccinatie helpt mensen tegen ziekten te beschermen. Omdat gevaccineerde mensen een veel lager risico lopen ziek te worden, zullen ze de ziekte minder snel verspreiden. Wanneer veel mensen in een groep zijn gevaccineerd, beschermt hun immuniteit tegen een ziekte zelfs het kleine aantal mensen in de groep die niet kunnen worden gevaccineerd. Dit heet “groepsimmuniteit”, ook wel “collectieve immuniteit” genoemd.
Als u erop vertrouwt dat anderen in uw gemeenschap gevaccineerd zijn, loopt u een groter risico om ziek te worden, en voor veel ziekten werkt dit helemaal niet. Als ziekten die in onze omgeving voorkomen, geen mensen nodig hebben om zich te verspreiden, of als ze veel verschillende stammen hebben, kunnen ze niet-gevaccineerde personen besmetten, ongeacht hoeveel mensen in hun omgeving gevaccineerd zijn.
Groepsimmuniteit is geen vervanging voor vaccinatie. Wanneer mensen ervoor kiezen zich niet te laten vaccineren, lopen ze een groter risico en is het waarschijnlijker dat de ziekte zich in hun gemeenschap zal verspreiden.
Kan een vaccin mij de ziekte geven die het wordt verondersteld te voorkomen?
Vaccins helpen mensen tegen ziekten te beschermen. Vaccins leren het lichaam zichzelf te verdedigen tegen infecties die u ziek maken.
De meeste vaccins bevatten slechts een klein deel van een virus of bacterie om het immuunsysteem te trainen, terwijl andere vaccins een gedode versie bevatten. Deze vaccins kunnen u niet zelf ziek maken.
Zogenaamde levende verzwakte vaccins bevatten echter een verzwakte versie van een ziekteverwekkend virus of micro-organisme. Deze kunnen – in zeldzame gevallen – een milde ziekte veroorzaken bij mensen met een verzwakt immuunsysteem als gevolg van ziekte of medische behandelingen. Als uw immuunsysteem verzwakt is, is het belangrijk dat u de voor- en nadelen van het krijgen van een vaccin met uw arts bespreekt.